Hommage Alfredo Marcucci
Carel Kraayenhof speelt een hommage aan Alfredo Marcucci.
Carel zal solo bandoneón spelen met geliefde stukken die Alfredo graag speelde.
Deze pagina is gemaakt voor deze hommage die plaatsvindt in
Tangosalon Frankendael, 2 september 2022.
Alfredo Marcucci overleed in 2010.
De eerdere datum in 2020 kon vanwege Covid niet doorgaan.
Tekst en samenstelling: Arjan Sikking
In het plaatsje ‘Ensenada de Barragán’, in de provincie Buenos Aires, zag Alfredo in 1929 het licht. Al op zeer jonge leeftijd, na het overlijden van zijn vader, verhuisde hij naar de ‘Capital’. Zijn oom, de bekende bandoneón speler Carlos Marcucci ontfermde zich over de kleine Alfredo en bracht hem in aanraking met dit magisch instrument.
Alfredo viel voor het instrument en bekwaamde zich onder leiding van zijn oom. Al vrij snel speelde Alfredo in kinder-orkestjes, nog in korte broek… Inmiddels met lange broek maakte hij afwisselend deel uit van vaste orkesten en tijdelijke orkesten samengesteld voor tournees, ook voor het buitenland.
Het eerste professioneel orkest waarin hij speelde was dat van zijn oom Carlos. In 1949 sloeg hij zijn vleugels uit en toerde hij met Bianco naar het Midden-Oosten, een tour die eindigde in Istanbul. In die tijd was tango ook in de mode bij luxe hotels in steden als Beirut en Cairo.
Alfredo 13 jaar
Alfredo in kinderorkest 1944
Alfredo 2e van rechts in orkest van Julio de Caro 1954
Derecho Viejo – Julio De Caro – 1953
Na de tournee sloot Alfredo zich aan bij het latere orkest van grootmeester Julio De Caro, de orkestleider die het arrangement bracht in de tango. Er wordt gesproken van de periode vóór en de periode ná Julio De Caro.
Alfredo speelde mee toen Julio De Caro met dit orkest nog een aantal opnames heeft gemaakt van oudere nummers, maar nu in schitterend mooie opname kwaliteit. Julio is altijd trouw gebleven aan zijn eerder ontwikkelde stijl. In 1954 werd dit orkest ontbonden. Naar eigen zeggen was dat deels omdat Alfredo besloot zich aan te sluiten bij het orkest van Juan Canaro.
Juan Canaro (de broer van Francisco) toerde in 1954 als eerste tango-orkest Japan. Het reizen was aanlokkelijk voor Alfredo. Hij sloeg daarom een aanbod af om te gaan spelen in het orkest van Leopoldo Federico, een bandoneonist die hij zeer bewonderde. Zelfs sloeg hij een ander aanbod af om te gaan spelen in het orkest van Horacio Salgán, het orkest dat alle muzikanten bewonderden met zijn elegantie en slimme arrangementen. Deze beslissing is altijd aan hem blijven kleven.
In 1956 trad hij toe tot het orkest van andere grootmeester Carlos Di Sarli die opnieuw een orkest samenstelde met jonge spelers. In de bandoneón sectie speelde hij daar samen met Julián Plaza, José Libertella en Leopoldo Federico, allemaal bandoneonisten die hij zeer bewonderde.
Als je de laatste serie opnames van 1956-1958 met pareltjes zoals El Abrojo, Una Fija, Champagne Tango, La Cumparsita en Bahía Blanca opzet, dan klinkt daar ook de bandoneón van Alfredo.
Het orkest speelde voor het laatst in 1959, Carlos Di Sarli was toen al erg ziek.
Una Ficha – Carlos Di Sarli – 1958
00:29 – 03:59 La Bamba later
Het avontuur lokte opnieuw en Alfredo ging drie jaar op tournee naar het Midden-Oosten met een jazzorkest. Alfredo speelde naast bandoneón ook contrabas. In Istanbul maakte hij kennis met de zeer bekende groep Los Paraguayos.
Met Los Paraguayos die populair Latijns Amerikaanse muziek speelde, brak een nieuwe periode aan die vijftien jaar zou duren. De groep is bekend om hits zoals: La Bamba, La Cucaracha, El Cóndor pasa, La Paloma, Quizás Quizás etc. Alfredo speelde naast bandoneón, ook elektrisch bas, gitaar, maracas (sambaballen), zong hij en maakte hij ook de arrangementen.
In de jaren 60 verhuisde Alfredo naar België. Op een morgen ging hij brood kopen bij de bakker, daar ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Lita.
In 1974 stierf de leider van Los Paraguayos, ook was het gezin inmiddels uitgebreid met een vierde kind. Alfredo besloot om dichtbij huis een baan te zoeken, die hij vond in een plastic fabriek.
La Bamba – Los Paraguayos
Jaren later werd hij ‘gevonden’ door Dirk van Esbroeck en Juan Masondo. Zij waren op zoek naar een bandoneonist. Het gerucht ging dat –er ergens iemand zou zijn die bandoneón kon spelen-. Zij haalden hem over om een tango trio te vormen. Met volle overgave wierp hij zich op zijn oude passie.
Carel Kraayenhof herinnert zich:
Ik weet nog hoe ik hem ontmoette: in april 1984 zag ik zijn goede vrienden José Libertella en Luis Stazo van Sexteto Mayor optreden in Paradiso in Amsterdam, de eerste bandoneonisten die ik live zag spelen.
De volgende dag trad ik zelf op, toen nog met concertina en trekharmonica, in Scheveningen, in het Theater aan de Haven. Daar trad ook op het trio Marcucci, Masondo & Van Esbroeck met het programma ‘Tango y otras milongas’.
Ik was verpletterd door het magische spel van Marcucci, die ik na het optreden ontmoette. Hij stuurde mij muziek voor bandoneón; ik herinner me dat hij met rode pen aangaf waar je het best de balg openend of sluitend kon spelen (Abriendo of Cerrando).
Toen ik eindelijk een echte Alfred Arnold bandoneón had, een Doble A, begon het pas echt. Alfredo nodigde me uit voor een bandoneón cursus tijdens de zomerstages in Neufchateau in Wallonie.
Alfredo met Carel in Neufchateau
Alfredo trad ook op met de Uruguayaanse gitarist Baltazar Benitez, met Sexteto al Sur, Veritango (beiden uit België) en in vele andere formaties. Opnieuw zat hij meestal in trein of auto op weg naar de volgende tangosalon of concertzaal.
Buenos Aires Cero – Astor Piazzolla
Baltazar Benitez/Alfredo Marcucci – 1992
Hij speelde met een niet aflatende energie, was zeer regelmatig te vinden elders in Europa en gaf hij veel bandoneón les en les hoe om te gaan met tango in een ensemble.
Van 1999 tot en met 2003 gaf hij in Tarbes (sinds 1997 een groot jaarlijks Tango Festival) speciale cursussen tango, dit ontwikkelde zich tot de klassieke cursus Orquesta Típica.
Veritango, België
In 2004 richtten de schijnwerpers zich op deze meester van de bandoneón in Utrecht. Een grote hommage werd opgetuigd voor de 75e verjaardag van Don Alfredo. Tal van musici traden op waaronder Carel Kraayenhof en zijn Sexteto Canyengue met de compositie van Carel speciaal voor Alfredo geschreven.
PARA ALFREDO MARCUCCI 2006
Carel Kraayenhof en zijn Sexteto Canyengue
Het was geweldig om te zien hoe Alfredo volop in het muziekleven stond.
Maar niet lang daarna werd het minder. Zijn energie vloeide weg … toch, met onverminderde toewijding hield hij het nog vier jaar vol en inspireerde veel muziek- en dansliefhebbers door heel Europa. Totdat hij het genoeg vond, met medicatie stopte, en besloot om zijn laatste dagen thuis, omringd door zijn dierbaren, door te brengen.
Alfredo overleed in 2010. Zijn bandoneón staat nu als een Belgisch en Argentijns eerbetoon in het Museum voor Instrumenten te Brussel ter herinnering aan Don Alfredo Marcucci.
Carlos Marcucci
1903-1957
Hij was een van de drie jochies -samen met Maffia en Fresedo- uit de vroege tango jaren, die de bandoneón beroerden. Op zijn achtste jaar zat hij al op les. Hij leerde gemakkelijk de 40 pagina’s met studies van de Menozzi-methode. De ultieme vaardigheid die dan van een instrumentalist werd geëist.
Over zijn vroege tienerjaren gaat de anekdote dat Carlitos een keer werd gemist om te spelen. Ze gingen hem zoeken en vonden het jochie op het dak aan het vliegeren. Hij wilde niet naar beneden komen, maar voor 20 cent liet hij zich overhalen.
Enige tijd had hij zijn eigen sexteto, maar speelde vanaf 1930 tot 1956 in het orkest van Julio de Caro.
Hij was een geweldige technicus, maar had ook geweldige gaven voor interpretatie. Zijn arrangementen waren complex en zijn belangrijkste stuk was ongetwijfeld Aires Españoles, het eerste solo stuk (1924) voor solo bandoneon. Hij bezat een hoge technische beheersing, een geweldige vingerzetting en een overweldigende snelheid in zijn variaties die met wiskundige precisie werden uitgevoerd. Het was zijn initiatief om de solo’s die met beide handen worden gespeeld, te systematiseren.
Aires Españoles – Carlos Marcucci – 1924 – gespeeld door Alfredo Marcucci in 1997
Later schreef hij samen met Félix Lipesker: Método Moderno para Bandoneón. Zij waren ‘nieuwe jongens’ die populaire muziek benaderden via de deur van de leergierige inspanning.
Muziek van bekende tango’s zoals Una Vez en Esta Noche zijn van de hand van Carlos Marcucci.